Blog Layout

Techniek ook voor zmlk

Gerard Boeijen
Techniek ook voor moeilijk lerende en moeilijk opvoedbare kinderen
De grootste groep leerlingen in het voortgezet onderwijs bestaat uit kinderen die het niveau van voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) of hoger (havo en vwo) aankunnen. Van deze leerlingen kiest een flinke groep voor de technische of de natuurwetensschappelijke richting. Hoe staat het met de leerlingen die iets in de techniek willen en het niveau van het vmbo of dat van het praktijkonderwijs niet aankunnen? De leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) dus. Om een indruk te krijgen van deze vorm van onderwijs neem ik een kijkje in de keuken van een school voor voortgezet speciaal onderwijs: de Tarcisiusschool in Nijmegen.
Voortgezet speciaal onderwijs
I n de wet op het voortgezet onderwijs van 1989/99 is een groot deel van het speciaal onderwijs ondergebracht bij het reguliere onderwijs. Met name in het basisonderwijs (‘Samen naar school’) is deze slag gemaakt. In het voortgezet onderwijs is men niet in staat gebleken om met zo’n groot niveauverschil om te gaan. Zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk), kinderen met opvoedingsproblemen (zmok) of kinderen met andere handicaps, worden vanwege hun speciale zorg ondergebracht in het voortgezet speciaal onderwijs. In het schooljaar 2013/14 ging het om 30.000 leerlingen. (bron CBS). Deze grote groep leerlingen heeft extra aandacht en zorg nodig. Het is van belang dat deze leerlingen een goede opleiding in combinatie met zorg krijgen waarmee ze later een zinvolle invulling van hun leven kunnen bereiken. Er zal altijd werk over blijven waar weinig kennis en of zelfstandigheid voor vereist is. Ook voor het bedrijfsleven zijn werknemers op dit arbeidsniveau in de technische beroepen onmisbaar. Het is een misverstand dat er slechts hooggekwalificeerde technici nodig zouden zijn. Ook de minder gekwalificeerden zijn in het geheel van het productie- en dienstverleningsproces een belangrijke schakel. Voor dit soort laaggekwalificeerd werk is een opleiding in het voortgezet speciaal onderwijs, met onderwijs op maat, een geschikte omgeving. 
Hoe gaan de scholen voor speciaal voortgezet onderwijs om met deze leerlingen? Zijn zij in staat om jong volwassenen af te leveren die in onze snelle maatschappij kunnen functioneren? Wat is daar voor nodig en hoe hebben de scholen de begeleiding en het onderwijs ingericht?  
Techniek op een vso
De Tarcisiusschool in Nijmegen is een school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. De leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) doorlopen in fase 1 het eerste 1 à 2 jaar een kennismaking met de door het ministerie voorgeschreven vakken. Dat zijn vakken zoals Nederlands, Engels, wiskunde, mens en natuur (en techniek), mens en maatschappij, kunst en cultuur, bewegen en sport. De kerndoelen zijn daarbij voor ieder vak onverkort van toepassing.
De school biedt twee uitstroomprofielen: 
• arbeid; het onderwijs is gericht op het aanbieden van kennis en alle activiteiten waarmee de leerling zijn (arbeids-)vaardigheden specifiek traint;
• arbeidsmatige dagbesteding; werken in een sociale werkvoorziening en/of beschutte arbeid.
In fase 1 krijgen alle leerlingen, naast andere vakken ook het vak techniek. Alle leerlingen maken een aantal lesuren in de week kennis met de verschillende technische vaardigheden. Daarbij kunnen zij nagaan of er sprake is van affiniteit met techniek en of het daarmee zinvol is in fase 2 verder te gaan. De leerling kan ook een andere specialisatie kiezen zoals de sector groen, horeca of verzorging.
Het techniekonderwijs
De school gaat uit van een basisprogramma van zes jaar (conform advies van SLO). 
Het programma is ingedeeld in 3 fasen, te weten: oriëntatiefase, beroepsgerichte fase en transitiefase. De school maakt voor fase 1 gebruik van de methode Werkportfolio. Deze methode is aangepast aan het niveau van deze leerlingen. Dat wil zeggen dat de opdrachten in kleine brokken, met weinig tekst en veel afbeeldingen, worden aangeboden. De inrichting van het lokaal en de opslag van de materialen die de leerlingen moeten gebruiken, is ook zeer gestructureerd en volgt precies de methode. De opdrachten zijn eenvoudig en bedoeld om zoveel mogelijk zelfstandig uit te voeren. 
Ook als de leerlingen er niet voor kiezen om verder te gaan in techniek, dan krijgen ze de jaren na de eerste twee jaar één uur in de week techniek. Maar leerlingen die na het eerste of tweede jaar kiezen voor de specialisatie techniek, kunnen in een goed ingericht en prima uitgerust technieklokaal, onder deskundige begeleiding van een ervaren docent en zijn collega, verder leren en werken voor een certificaat via de certificeringsmethode van KPC. In deze certificeringsstructuur worden alle basisvaardigheden in fase 2, gedurende twee jaar geoefend en getoetst, zoals vaardigheden voor metaal, fietstechniek, autotechniek, meten, verkeer en heftruck rijden. Soms komen leerlingen na afstuderen nog terug naar school om een bepaald certificaat alsnog te halen. In de derde fase gaan de leerlingen 2-4 dagen in de week op externe stage en worden aan het eind begeleid in het vinden van een werkplek of vervolgopleiding in het mbo niveau 1. Voor deze leerlingen is een vervolgopleiding op het roc een enorme stap. Vanuit de beschermde omgeving van het speciaal onderwijs naar een enorme school als het roc vraagt extra begeleiding die vanuit het speciaal onderwijs ook wordt gegeven. Een enkeling kan dat aan. Meestal gaan de leerlingen vanuit een leerwerk situatie zonder verdere opleiding aan de slag bij een bedrijfje.
Enthousiasme en zorg voor de leerlingen
Tijdens het werken in het technieklokaal wordt door docent Joep Zaad en collega Louis van der Rijdt veel aandacht besteed aan de veiligheid. Dat is bij deze leerlingen extra van belang. Docenten zijn daar streng op en herhalen vaak de veiligheidsaspecten en de bijbehorende regels. De leerlingen zijn individueel of in tweetallen bezig met hun opdrachten. Een leerling is bezig met een opdracht voor de reparatie van een fiets, twee anderen zijn in het kader van autotechniek bezig om een trapskelter om te bouwen tot een skelter met een bromfietsmotor. Andere leerlingen zijn bezig met een opdracht om de werking van de hydraulische metaalknipschaar onder de knie te krijgen. De docent geeft aanwijzingen om te zorgen dat de veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. De sfeer is rustig en gemoedelijk. De meeste leerlingen zullen later terecht komen in bedrijven met minder dan 10 werknemers, blijkt uit onderzoek in Vlaanderen. Te denken valt dan aan kleinere constructiewerkplaatsen, auto-, motorgarages, rijwielhandelaren, kabelaars, installatiebedrijven, enz.. Deze bedrijven of bedrijfjes zijn de motor van onze economie. Een passende baan in zo’n organisatie kan voor de leerlingen met een technische opleiding vanuit het vso of het mbo niveau 1 een belangrijke stap zijn naar een zinvol bestaan. 

Share

U bent wellicht ook geïnteresseerd in

Blogs

door Gerard Boeijen 26 jul, 2019
André is een van de weinige mensen op aarde die heeft ervaren hoe het is om in het heelal te leven en te werken. Als klein jongetje kreeg hij van zijn tante stripboekjes over leven in de ruimte, dat prikkelde zijn fantasie en hij droomde ervan om vanuit de ruimte naar de aarde te kunnen kijken. Met passie vertelt hij op een bijna metafysische toon wat voor gevoelens het bij hem opriep toen hij vanaf 400 km hoogte naar de aarde keek. Die kostbare mooie blauwe wit-geaderde bol in de ruimte. En hij memoreerde de gevoelens van nietigheid als mens in het heelal, maar bleef ook aandringen dat we respectvol moeten omgaan met deze aarde. “Het enige huis in het heelal voor ons mensen, voor zover we weten”. Hij illustreert zijn verhaal met prachtige foto’s van de aarde en van het International Space Station (ISS). Zie ook deze time lapse. “Ruimtevaart is spannend en exotisch, maar je komt ook allerlei verschillende soorten techniek tegen, van communicatie tot raketten en van voedsel tot de medische wetenschappen,” legt Kuipers uit. Welk nut heeft ruimtevaart? In een aantal publicaties gaat NASA in op de toepassingen van het onderzoek dat in het ruimtevaartprogramma gedaan wordt. Op het gebied van gezondheid en medicijnen, transport, veiligheid, consumentenproducten, energie en milieu, informatie technologie, industriële productie. De onderzoeken die door de astronauten in het ISS worden gedaan hebben veel nieuwe technologische toepassingen opgeleverd. De tweede missie van André Kuipers was een lange missie. Zo'n lange missie staat in het teken van wetenschap, technologie en onderwijs. André voerde ruim dertig wetenschappelijke experimenten uit. Daarnaast was hij zelf proefkonijn bij onderzoek naar bijvoorbeeld hoofdpijn en rugpijn in de ruimte, botontkalking en de ontwikkeling van spiermassa. André liet in zijn gastcollege zien welke experimenten hij en zijn twee medeastronauten deden. Bijvoorbeeld het meten van de druk in de oogbol of het meten van de zuurstofopname na inspanning. Ook de onderzoeken voor de missie naar Mars hebben veel toepassingen buiten de ruimtevaart opgeleverd. Een paar voorbeelden: Software en algoritmes ,ontworpen om 3D beelden door de Mars-rover te nemen, worden nu ingezet om 3D streetview opnamen te maken van de hele aarde. Deze toepassing om ruimtelijke versies van de oppervlakte van de aarde te maken, kan zowel door de overheid als door particulieren en bedrijven worden benut. Google maakt er gebruik van voor het programmeren van haar zelfrijdende auto. Veel astronauten lijden, vooral in het begin van hun missie, aan insomnia (slaapstoornis). NASA’s biomedisch research instituut aan de State University van New York heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen het evenwichts- en gehoororgaan en slaap. Onderzoek naar slaapstoornissen van astronauten heeft geresulteerd in de ontwikkeling van een audio app die slaapstoornissen zou kunnen verhelpen. André laat zien dat slapen in de ruimte iets heel anders is dan op aarde: er is geen zwaartekracht en dus kun je niet lekker liggen en je instoppen. Je slaapt staand of op je hoofd, want er is geen onder en boven. NASA deed ook onderzoek naar schokabsorberende systemen nodig bij de lancering van raketten, vooral vlak vóór de lancering, bij het terugtrekken van de armen en de torens die de raket vasthouden. Op basis van deze technologie zijn schokabsorberende systemen ontwikkeld voor gebouwen in aardbevingsgebieden zoals Tokyo en San Francisco. Planten werden meegenomen naar de ruimte om te bestuderen wat het effect van gewichtsloosheid op de groei is. Luchtbehandelingsinstallatie, bedoeld om de ethyleen dat door planten wordt geproduceerd uit de lucht te halen, heeft nu een toepassing gekregen op aarde. De techniek wordt gebruikt om in ziekenhuizen en kantoorgebouwen de lucht vrij te houden van de gevreesde MRSA en E. colli bacteriën. NASA concludeerde in 2015 dat er in bijna 500 gevallen sprake is van transfer van kennis en toepassingen die hun weg vinden naar de maatschappij. Dat er tienduizenden banen worden gecreëerd, even zovele levens gered, miljarden kosten gereduceerd en miljarden opbrengsten gegenereerd. André Kuipers laat er in zijn gastcollege geen twijfel over bestaan dat zijn missies zeer zinvol waren en dat de toekomstige missies dat ook zullen zijn. Waar of onwaar? Het dagblad NRC Next heeft op verzoek van enkele lezers de uitspraak van kamerlid Afke Schaart op waar of onwaar getoetst in haar rubriek Next checkt van 9 juli 2012. De onderzoekers komen tot de volgende conclusie: “Op basis van het beschikbare onderzoek beoordelen wij de bewering van VVD-Kamerlid Afke Schaart dat iedere euro die we in de ruimtevaartsector investeren ons minstens 2,2 euro oplevert als waar”. Het voornemen tot bezuiniging op de bijdrage aan ESA werd ingetrokken. Op dit moment geeft Nederland 136 miljoen euro aan ESA. Terug op aarde Op de vraag van een van de aanwezige kinderen wat hij het meest miste in de ruimte, antwoordde André: “In de ruimte is geen natuur, ik ben terug op aarde eerst met mijn kont in het gras gaan zitten en heb genoten van de geur van vers gras.” En op de vraag wat hij het meest mist terug op aarde, antwoordde hij: “ Het zweven in de ruimte.”
techniek,  basisonderwijs
door Gerard Boeijen 25 jul, 2019
Wetenschap en techniek hebben een grote invloed op het leven van de mens. Dat betekent ook dat het onderwijs een taak heeft om alle leerlingen daar kennis van te laten nemen.
door Gerard Boeijen 21 jul, 2019
De grootste groep leerlingen in het voortgezet onderwijs bestaat uit kinderen die het niveau van voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) of hoger (havo en vwo) aankunnen.
Share by: