Desolation Row

Desolation Row

De Revisor Jaargang 1 1974
Willem de Ruiter, De eenzaamheid van Bob Dylan 
Desolation Row Revisited
Voor M.
Al lang intrigeerde mij het laatste nummer van de plaat Highway '61 Revisited. Het was - in het begin - onmogelijk om te zeggen waar de song over ging, wat nu precies de problematiek was, die behandeld werd. Ik was ervan overtuigd, dat bij een oppervlakkige beschouwing veel van deze gecompliceerde song over het hoofd zou worden gezien. Ik was getroffen door de eenvoud van bepaalde zinnetjes en de hele wereld, die erdoor werd opgeroepen. Het bleek dat maar weinig mensen belang stelden in het analyseren van de teksten van Bob Dylan: hij was fantastisch, dat wel, maar verder geen gezeur over de inhoud van zijn songs. Hoewel ik niet alles wat er in Nederland over Bob Dylan is geschreven onder ogen heb gehad, is toch mijn vermoeden, dat ook daarin voorbij wordt gegaan aan de meer complexe teksten, zoals met name van Blonde on Blonde en Highway '61. 
Het is mijn bedoeling om - hoewel ik geen geschoold tekstanalyticus ben - een kleine bijdrage te leveren tot het begrijpen van deze laatste song: Desolation Row. Vele kritici erkennen openlijk geen raad te weten met deze tekst, anderen amputeren de tekst door hem al te eenzijdig te omschrijven.
Dylan zegt zelf van het album: ‘I'm not gonna be able to make a record better than that one. Highway '61 is just too good. 
There's a lot of stuff on there that I would listen to'.
Scaduto omschrijft de song als: ‘his absurdist poem, a collage of dreamvisions that seems to be describing the American landscape, a peculiar form of heil on earth’. 
Wat volgens Jan G. Donkers 
een treffende karakteristiek is.
Ik denk daarentegen, dat deze omschrijving het gevolg is van een onjuiste interpretatie van de song. Ik laat hier eerst de tekst volgen:

Desolation Row 
They're selling postcards of the hanging, they're painting the passports brown, 
the beauty-parlour is filled with sailors, the circus is in town. 
Here comes the blind commissioner, they've got him in a trance, 
one hand is tied to the tight-rope walker, the other is in his pants. 
And the riot squad they're restless, they need somewhere to go, 
as lady and I look out tonight from desolation row. 
 
Cinderella she seems so easy, ‘It takes one to know one’, she smiles, 
and puts her hands in her back pockets, Bette Davis style. 
And in comes Romeo, he's moaning, ‘You belong to me I believe’, 
and someone says, ‘You're in the wrong place, my friend, you better leave’. 
And the only sound that's left after the ambulances go 
is Cinderella sweeping up on desolation row.
 
Now the moon is almost hidden, the stars are beginning to hide, 
the fortune-telling lady has even taken all her things inside. 
All except for Cain and Abel and the hunch-back of Notre Dame 
everybody is making love or else expecting rain. 
And the good samaritan he's dressing, he's getting ready for the show,
he's going to the carnival tonight on desolation row.
 
 Ophelia she's ‘neath the window, for her I feel so afraid, 
on her twenty-second birthday, she already is an old maid. 
To her, death is quite romantic, she wears an iron vest, 
her profession's her religion, her sin is her lifelessness. 
And though her eyes are fixed upon Noah's great rainbow, 
she spends her time peeking in to desolation row. 
  
Einstein, disguised as Robin Hood, with his memories in a trunk, 
passed this way an hour ago with his friend, a jealous monk. 
Now he looked so immaculately frightful as he bummed a cigarette, 
and he went off sniffing drainpipes and reciting the alphabet. 
You would not think to look at him but he was famous long ago
 for playing the electric violin on desolation row. 
 
Dr. Filth he keeps his world inside of a leather cup, 
but all his sexless patients they are trying to blow it up. 
Now his nurse, some local loser, she's in charge of the cyanide hole, 
and she also keeps the cards that read ‘Have mercy on his soul’. 
They all play on the penny whistle, you can hear them blow 
if you lean your head out far enough from desolation row. 
 
Across the street they've nailed the curtains, they're getting ready for the feast, 
the Phantom of the Opera in a perfect image of a priest. 
They are spoonfeeding Casanova to get him to feel more assured, 
then they'll kill him with self-confidence, after poisoning him with words. 
And the Phantom's shouting to skinny girls, ‘Get out of here if you don't know, 
Casanova is just being punished for going to desolation row’. 
 
At midnight all the agents and the superhuman crew 
come out and round up everyone that knows more than they do. 
Then they bring them to the factory where the heart-attack machine 
is strapped across their shoulders, and then the kerosene 
is brought down from the castles by insurance men who go 
check to see that nobody is escaping to desolation row. 
 
Praise be to Nero's Neptune, the Titanic sails at dawn, 
everybody is shouting, ‘Which side are you on?’ 
And Ezra Pound and T.S. Eliot fighting in the captain's tower, 
while calypso singers laugh at them and fishermen hold flowers 
between the windows of the sea where lovely mermaids flow, 
and nobody has to think too much about desolation row.
 
Yes I received your letter yesterday, about the time the door-knob broke, 
when you asked me how I was doing, was that some kind of joke?
 All these people that you mention, yes I know them, they're quite lame, 
I had to rearrange their faces and give them all another name.
 Right now I can't read too good, don't send me no more letters, no, 
not unless you mail them from desolation row.

Op het moment dat Dylan Desolation Row schreef bevond hij zich in zijn meest explosieve, creatieve periode. 
Het album Highway '61 verscheen in augustus '65 en minder dan een half jaar daarvoor, in maart '65, was Bringing It All Back Home verschenen met nummers als: Maggies' Farm, Mr. Tambourine Man, She belongs to me en It's all over now baby blue. 
Weer een half jaar later verscheen het fantastische dubbelalbum Blonde on Blonde. Het geweldige tempo waarin de platen werden gemaakt, het enorme nivo van de teksten, de grote bewondering van fans, en de verwondering van zijn vroegere vrienden kon Dylan moeilijk verwerken. 
Op de een of andere manier moest hij accepteren dat hij met kop en schouders boven alle folkmusici en tijdgenoten uitstak. 
In zijn beginperiode, toen hij nog in New York rondliep, was hij te allen tijde bereid geweest om toelichting op zijn songs te geven, nu voelde hij zich geïsoleerd, onbegrepen en ongetwijfeld eenzaam (lees bijv. in de bundel samengesteld door Craig McGregor het Austininterview eens na om een idee te krijgen van de stompzinnige vragen die hij soms moest beantwoorden!). Vele van zijn vrienden konden niet meer begrijpen wat er met hem aan het gebeuren was, het was te groot: eerst schrijver van protestsongs, later toen zijn fans Dylan uitsluitend als protestzanger wilden zien, liet Dylan weten door Another side of Bob Dylan te maken, dat hijzelf een andere weg was ingeslagen. Een weg die door zijn publiek niet begrepen werd en het uitjouwen van de nieuwe Dylan tot gevolg had. 
Met Highway '61 bereikte hij zijn hoogtepunt en waren de onderwerpen van zijn songs tegelijkertijd persoonlijker, complexer en universeler geworden: Like a Rolling Stone, Ballad of a thin man en Desolation Row. Op grond van deze ontwikkeling is Desolation Row niet te begrijpen als een beschrijving van het Amerikaans landschap (waarbij Jan G. Donkers ook nog de opmerking durft te maken dat Dylan zich solidair zou verklaren met het bedreigde Amerika). Op dat moment was de objectieve, onpersoonlijke buitenwereld voor Dylan niet van belang - wat zowel uit songs als uit interviews blijkt; bovendien was hij in die tijd zwaar verslaafd aan hard drugs -. Hij was bezig met het zoeken naar zichzelf om zich enerzijds te kunnen bevrijden van de beperkende druk die op zijn talent werd uitgeoefend en anderzijds zijn eenzaamheid te kunnen verwerken. Desolation Row heeft als heel belangrijk element het persoonlijk commentaar van Dylan op zijn eigen onbegrijpelijke, stormachtige ontwikkeling. Hij begreep van zichzelf, dat hij volkomen geïsoleerd was van de hele wereld, van zijn vrienden, van zijn fans, van zijn mede musici en zag in de geschiedenis van de mensheid namen en gezichten van andere eenzame mensen, met wie hij zich verwant voelde. Desolation row is een desolated row, een verlaten straatje, waar weinig menselijkheid aanwezig is en de mensen die er terecht komen zijn allemaal bijzondere, unieke, vreemde, buitenissige of geniale figuren.

Op deze manier is het laatste couplet pas begrijpelijk; hij heeft een brief ontvangen waarin over ‘lame people’ wordt gesproken, maar het was te laat. Hij voelt zich verbonden met deze eenzame mensen, ‘de knop van de deur is gebroken’ en Dylan waart nu ook op desolation row rond. Omdat hij zich daar thuis voelt, heeft Dylan hen andere namen moeten geven (de song is Dylan's bewerking van de brief!) en hun gezichten moeten veranderen: hij kent hen te zeer van nabij. De vervreemding is nu absoluut, hij wil geen brieven meer ontvangen, tenzij degene die ze schrijft zelf ook afkomstig is uit desolation row (dit in volkomen tegenstelling met de analyse van Jan G. Donkers, die zegt dat hij er niet langer als vreemdeling buiten staat).

Vanuit deze interpretatie worden een aantal elementen van de song, die anders volkomen duister blijven begrijpelijk. Verstandig genoeg behandelt Michael Gray4het kouplet over Einstein niet. De interpretatie van Gray, dat Desolation Row een briljante politieke analyse is van de Amerikaanse samenleving, toont geen begrip voor wat hierboven beschreven is. Ook in de omschrijving van Ellen Willis5: ‘Desolation Row was Dylan's laatste eerbewijs aan de götterdömmerung-stijl in de moderne literatuur, een elf minuten durende freakshow waarin de spelers underdogs, schlemielen en spoken waren, die rondwandelen in een miasma van seksuele repressie en latent geweld, dat onderstreept wordt door het elektronisch ritme’, wordt deze intieme relatie van Dylan met de figuren uit Desolation Row over het hoofd gezien.

Het is zinvol een onderscheid te maken tussen de coupletten die gebeurtenissen in de buitenwereld beschrijven (de coupletten 1, 3, 6, 8, 9) en de coupletten die over desolation row zelf gaan. Het laatste couplet, dat door een hard stuk muziek volkomen gescheiden is van de andere en daarom extra aandacht vraagt, geeft het standpunt van de verteller weer.

Het hele vijfde couplet, dat overigens het middelpunt is van de circulaire negen songs, wordt aan Einstein gewijd. Einstein - het absolute genie van de moderne fysica - die tot de verbeelding van vele denkers, schrijvers en dichters heeft gesproken is een van de genieën waarvan Dylan de mythe die rond hem is ontstaan, aantast. Einstein, vermomd als Robin Hood - die het symbool is van de vrijheid en het verzet tegen het establishment - heeft bij het opstellen van zijn speciale en algemene relativiteitstheorie de moed gehad om enkele gewaagde hypothesen aan te nemen. 
Dit moet een enorme eenzaamheid betekend hebben. Deze eenzaamheid is later nog vergroot doordat in de discussie tussen Einstein en Bohr, Einstein zich niet kon verenigen met fundamentele consequenties van de kwantummechanika (‘ob der liebe Gott würfelt’). In zijn latere leven is Einstein vergeefs bezig geweest met het opstellen van een algemene velden-theorie, en hij had hierdoor en door de controverse met Bohr nogal wat kritiek te verduren. Dylan suggereert (in de 4e regel) dat Einstein malende was en niet veel beters had te doen dan het alfabet te reciteren. Dylan erkent echter, dat Einstein beroemd is en eert Einstein door hem de elektrische viool op desolation row te laten spelen. Er zijn dus twee belangrijke sleutels tot de song. In de eerste plaats beschrijft Dylan - vaak met slechts een paar woorden - allerlei in de geschiedenis der mensheid onsterfelijk geworden mensen. Hij verklaart zich solidair met deze mensen, want alleen zij die op desolation row komen, die er op een of andere manier thuishoren of kennis hebben van die andere wereld zijn werkelijk vrij en kunnen hun eigen individualiteit ontplooien. Ook levert Dylan commentaar op de mensen over wie hij zingt door de manier waarop ze met desolation row verbonden zijn aan te geven (b.v. Einstein loopt op desolation row; Casanova is er geweest; Cinderella veegt de straat aan; Ophelia gluurt naar binnen en de Goede Samaritaan gaat er naar toe. Er is hierin een duidelijke rangorde te onderkennen). In de tweede plaats wordt de maatschappij beschreven zoals die vanuit desolation row zichtbaar is. Die wereld ziet er dreigend, krankzinnig en vol van onderdrukking uit. 

Direkt in het eerste kouplet al wordt ons een lugubere wereld geschilderd (‘postcards of the hanging’), maar in het derde kouplet wordt de duisternis waarin de wereld zich bevindt, pas goed duidelijk: de maan en de sterren zijn bijna verborgen en het is nutteloos om er nog wat aan te willen veranderen (‘everybody is making love or...’). In het zesde kouplet worden de absurde mensonterende toestanden in de ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen beschreven. En het achtste kouplet geeft een indrukwekkende beschrijving van het onderdrukkingsapparaat dat klaar staat om iedereen die teveel weet en probeert naar desolation row te ontsnappen, te pakken te nemen (‘castles by insurance man’ is misschien een verwijzing naar analoge toestanden in Het Slot van Kafka).


In het negende couplet gaat het weer over Dylan's kommentaar op mensen en hun relatie met desolation row. Volgens Michael Gray echter is het zinnetje ‘the Titanic sails at dawn’ typerend voor de hele song. The Titanic is dan het symbool voor Amerika, waar iedereen een volkomen vertrouwen in heeft, maar dat op z'n eerste reis zinkt. Volgens deze interpretatie is niet te begrijpen, waarom Ezra Pound en T.S. Eliot aan het vechten zijn in de kapiteinstoren en dat Dylan de wrede rechtvaardigheid van Neptunus, die over leven en dood op zee beslist, prijst. Dylan beweert echter dat de poëzie van Ezra Pound en T.S. Eliot onbelangrijk is voor de ontwikkeling binnen de poëzie en als commentaar op de maatschappij; hij kritiseert de twee grote dichters en vindt dat ze maar niet teveel aan desolation row moeten denken.

Ik ben me ervan bewust, dat ik niet alles wat deze song bij me losmaakt op heb kunnen schrijven, dat ik slechts hier en daar enkele zinnen of woorden heb besproken terwijl een heel groot gedeelte van de song onaangeroerd blijft. De funktie die de begeleiding bij deze song heeft - het is een min of meer gelaten melodie in tegenstelling tot de zeer agressieve muziek en de bijtende stem van Dylan in It's allright Ma - blijft onbesproken. Er blijven nog steeds vele interpretaties en vermoedens mogelijk. Het is een van de intrigerende facetten van Bob Dylan dat nooit precies duidelijk is waar de song eigenlijk over gaat, zodat iedereen zijn eigen betekenis kan geven aan de woorden en daarmee het lied universeel is geworden. Al ten tijde van Blowin' in the Wind bleek hij hiertoe in staat, maar nu met Desolation Row heeft hij de hoogste vorm van het op een persoonlijke manier behandelen van universele thema's bereikt. Telkens weer als je het nummer hoort raak je geboeid door begeleiding, stem en tekst en komen er vele vragen naar boven. Het is heel goed mogelijk, dat Dylan zelf niet meer begrijpt waar Desolation Row over gaat, hij zei immers: ‘There's a lot of stuff on there that I would listen to’.
Share by: